Een vol stadion, alle toeschouwers staan in het oranje op de banken. De schaatsers staan klaar aan de start, voor hun rondjes over 400 meter. Wie heeft er aan het eind van de ritten de snelste tijd?
De bekendste schaatsvorm is ongetwijfeld het hardrijden op de langebaan. Het langebaanschaatsen werd als wedstrijdvorm al beoefend voordat de KNSB in 1882 werd opgericht.
Er wordt geschaatst op een standaardbaan (meestal een 400 meter-baan), bestaande uit twee gescheiden schaatsbanen met een baanbreedte van tenminste vier meter (liefst vijf) met bochten van 180 graden en een straal van de binnenbocht tussen de 25 en 26 meter. De zijkanten van de schaatsbaan worden gemarkeerd door een sneeuwrand of blokjes.